BENNETWALLABY

DIERENPASPOORT BENNETWALLABY

LATIJNSE NAAM: Macropus rufogriseus

LEEFGEBIED: in de zuidelijke kustgebieden in Australië en Tasmanië.

VOEDSEL: grassen en twijgen

LEEFTIJD: max. 19 jaar

GEWICHT: 12 – 20 kg

DRAAGTIJD: 30 dagen

AANTAL JONGEN PER KEER: 1 jong, soms 2 of 3

IUCN-STATUS: niet bedreigd

HOE ZIE IK ER UIT?

Een wallaby is heel wat kleiner dan een kangoeroe. Hun staart is ongeveer een halve meter lang. Ze hebben een bruingrijs gekleurde vacht met roodbruine plekken op de nek en schouders.
Wallaby’s hebben erg gespierde achterpoten, die veel groter zijn dan hun voorpoten. Heb je ook zijn gespierde staart gezien? Ze gebruiken deze om hun evenwicht te bewaren tijdens het springen.  Ze sturen met behulp van die staart.
Wallaby’s staan soms op hun achterpoten om zich zo groot mogelijk te maken. De staart is voor hen een steuntje in de rug want ze kunnen met hun hele gewicht leunen op die staart.
Een wallaby kan sprongen maken van wel negen meter ver. Het zijn misschien goede verspringers, maar hoogspringen is niet hun ding. Ze halen maar een anderhalve meter in de hoogte. Bij het springen gebruiken ze niet hun voorpoten, maar de achterpoten.
Ze bewegen eerst hun staart en dan hun voorpoten wanneer ze gras eten en zich maar langzaam moeten voortbewegen.
Daarna brengen ze de achterpoten naar voor.

WAAR WOON IK?

De Bennetwallaby komt voor aan de zuidkust van Australië, in de provincie Queensland en op Tasmanië. Op deze plaatsen is het erg warm. Ideaal voor een wallaby. Als hij het warm heeft, likt hij de polsen van zijn voorpoten. Wanneer de wind dan over zijn polsen waait, koelt hij een beetje af.
Ze leven het liefst in gebieden met veel begroeiing waarin hij zich kan verschuilen. Overdag slapen ze in het struikgewas. Van ’s avonds laat tot ’s morgens vroeg zijn ze op open plekken in het bos of op de savannes. Hier zoeken ze dan naar voedsel. Deze dieren zijn dus vooral ’s nachts actief.

WAT EET IK?

De Bennetwallaby is een herbivoor. Een herbivoor wordt ook wel een planteneter genoemd. Hij eet dus voornamelijk gras, maar ook wel jonge takjes van bomen of struiken. Ze kunnen best lang zonder water. Sommige soorten graven een gat in de grond om bij water te komen. Of ze eten sappige wortels van bomen om voldoende vocht binnen te krijgen.

MIJN FAMILIE EN IK?

Een wallaby leeft meestal alleen. Ze leven in groepjes op plaatsen waar veel voedsel te vinden is. Meestal zijn dat moeders met hun jongen.
Wanneer een jong geboren wordt, is die ongeveer zo groot als een boon. Hij weegt dan nog geen gram, heeft nog geen haren en de ogen en oren zijn nog niet ontwikkeld.
De voorpoten zijn wel al goed ontwikkeld. Hij gebruikt deze om na de geboorte in de buidel van de moeder te klimmen. Daar zuigt het jong zich vast aan één van de vier tepels.

Het jong groeit en ontwikkelt zich zeven maanden lang in de buidel. Pas hierna gaat het er af en toe uit, maar kruipt hij bij het minste of geringste terug in die buidel. Tot het jong ongeveer tien maanden oud is blijft hij in en uit gaan. Na deze periode zal het jong het zonder de veiligheid van de buidel moeten doen.

IN DE ZONNEGLOED DIERENPARK-SANCTUARY

De wallaby’s die hier in De Zonnegloed verblijven zijn afkomstig van mensen die dit dier als huisdier hielden, maar ook afkomstig
uit Bellewaerde. Deze dieren konden geen plaats krijgen in dit park, waardoor De Zonnegloed hen hier een gelukkig leven wou schenken.

HELP!

Veel wallaby’s eten planten op de akkers. Veel wallaby’s worden door de boeren doodgeschoten. De boeren doen dit om geen schade aan de akkers te hebben. Soms worden ze ook gedood voor hun vacht. Er zijn bepaalde regels opgesteld voor de jacht op wallaby’s.

WIST JE DAT…

…een vrouwelijke wallaby twee soorten moedermelk op hetzelfde moment kan maken?
Terwijl een ander jong de buidel in en uit gaat en nog steeds moedermelk drinkt en al wat van planten eet, kan er al
een ander jong geboren zijn zo groot als een boon. Deze drinkt alleen maar moedermelk. Ze krijgen dan beide hun eigen moedermelk.

…een jong van een wallaby ‘joey’ wordt genoemd?
Het vrouwtje noem je ‘flyer’ en een mannetje ‘boomer’.