POEMA

DIERENPASPOORT POEMA

LATIJNSE NAAM: Puma concolor
LEEFGEBIED: in bebost gebied in Zuid-Amerika
VOEDSEL: knaagdieren, herten, insecten, schapen en vee
LEEFTIJD: 18 jaar
GEWICHT: 27 - 120 kg
DRAAGTIJD: 82 – 96 dagen
AANTAL JONGEN PER KEER: 1 – 6 jongen per keer
IUCN-STATUS: niet bedreigd

 

HOE ZIE IK ER UIT?

De poema wordt ook wel vaak de bergleeuw genoemd. Hij lijkt erg goed op een leeuwin, maar toch zijn er enkele verschillen. Zijn kop is veel ronder dan bij de meeste katachtigen. Hij heeft vier erg lange hoektanden waarmee hij heel makkelijk zijn prooi kan doden.
Hij heeft een kortharige vacht, die meestal geelbruin tot rood gekleurd is.
Zijn achterpoten zijn langer dan de voorpoten. Hierdoor kan hij grote sprongen maken.
Hij heeft vijf tenen aan de voorpoten en vier aan zijn achterpoten. De  klauwen aan zijn poten kan hij intrekken. De poema heeft voldoende grip op oneffen terrein doordat zijn poten erg breed zijn.

 

WAAR WOON IK?

De poema kan in bijna alle natuurlijke leefomgevingen overleven. Je vindt hem zowel op het vlakke land als in hooggebergtes. Door concurrentie met de jaguar, is de poema minder algemeen te zien in het laagland van regenwouden en moerassen. In bergbossen en graslanden waar de jaguar minder voor komt, is de poema het belangrijkste roofdier.

 

WAT EET IK?

De poema heeft een uitgebreid voedselpakket dat varieert van insecten tot grote hoefdieren. Het liefst houdt hij van herten, maar ook kleinere dieren zoals knaagdieren en apen worden vaak gevangen.
Zelfs vleermuizen, gordeldieren, krokodillen, kikkers, sprinkhanen, vissen en slakken zijn een prooi voor de poema.
Poema’s kunnen goed horen en ruiken. Wanneer hij een prooidier vindt, wordt die van dichtbij besprongen en met een krachtige beet vlak achter de kop gedood. Vervolgens wordt de prooi vaak versleept naar een rustige plek zodat hi tijdens het eten zo weinig mogelijk gestoord wordt.
Als een grote prooi is gevangen, verbergt de poema die vaak onder bladeren en zand. Het roofdier blijft een paar dagen in de buurt en eet iedere dag een beetje uit deze tijdelijke voorraadkast.

 

MIJN FAMILIE EN IK

De poema jaagt vooral ’s morgens en ’s avonds. Soms trekt hij er ook overdag op uit, maar meestal ligt hij dan te slapen in een boom of tussen het hoge gras.
Hij leeft meestal solitair. Hij leeft dus alleen in hun eigen territorium. De grens wordt meestal aangegeven met krabsporen op bomen, urine en ontlasting.
Mannetjes hebben een groter territorium dan vrouwtjes en meestal overlappen verschillende territoriums zich met elkaar.
Maar poema’s zijn tamelijk verdraagzaam tegenover soortgenoten. Een poema, die op weg naar zijn eigen territorium, het terrein van een “buurman” betreedt, zal niet worden aangevallen.