Ruitpython Morelia spilota
Dieren in onze sanctuary
Morelia
Morelia is een van de zovele slangen die door particulieren worden gehouden, maar die de zorg voor de dieren niet aankunnen. Ze worden binnengebracht door de particulieren zelf, ze worden in beslag genomen of worden opgevangen nadat ze gedumpt werden en door andere mensen gevonden.
Kenmerken
- Grootte:
- 2 - 4 m
- Voedsel:
- Hagedissen, muzen, konijnen, kleine zoogdieren, vogels
- Gewicht:
- 15 kg
- Leeftijd:
- 20 jaar/ans/years
- Status:
- Niet bedreigd
- Familie:
- Ruitpython
- Leefomgeving:
- Savannes en bergwouden
- Leefgebied:
- Australië en Nieuw-Guinea
Waar voelt hij zich op zijn best?
De ruitpython leeft op de savannes en bergwouden van Australië en Nieuw-Guinea.
Wat eet hij graag?
Het voedsel bestaat uit hagedissen, muizen, konijnen en andere kleine zoogdieren, maar ook wel vogels.
Weetje
De twee groeven in de kop zijn uiterst gevoelige warmtesensoren. Deze stellen de ruitpython in staat om hun prooi met onvoorstelbare preciesheid te lokaliseren en zodoende ogenblikkelijk te wurgen.
De ruitpython wordt ook tapijtpython genoemd.
MEER INFO
Leefgebied
De ruitpython leeft op de savannes en bergwouden van Australië en Nieuw-Guinea.
Je kan de ruitpython in uiteenlopende biotopen terugvinden, gaande van savannes tot bergwouden, wouden waar in de winter sneeuwval voorkomt en regenwouden.
In droge gebieden houden ze zich vooral op in de buurt van meren en rivieren.
Ze leven in de bomen.
Uiterlijk
De lichaamslengte van de slang is gemiddeld ongeveer twee meter, met uitschieters tot 3,5 meter.
De naam komt van de vlekken op het lichaam, deze zijn meestal bruin met een lichtere omzoming op een beige achtergrond. Er zijn echter veel kleurvariaties en de verschillende ondersoorten vertonen een breed scala aan kleuren en patronen. Het kleurpatroon dient om bladeren die op de bodem liggen te imiteren.
De ruitpython is een wurgslang en dus niet giftig.
De twee groeven in de kop zijn uiterst gevoelige warmtesensoren. Deze stellen de ruitpython in staat om hun prooi met onvoorstelbare preciesheid te lokaliseren en zodoende ogenblikkelijk te wurgen.
Voortbeweging
De slang kan goed klimmen maar leeft veel op de grond. Ook kan de slang zich in het water snel bewegen.
Wetenswaardigheden
De ruitpython kan een gevaar opleveren voor lokale huisdieren, maar mensen en kinderen worden met rust gelaten, hoewel de slang gemeen kan bijten.
Voedsel in de natuur
Het voedsel bestaat uit hagedissen, muizen, konijnen en andere kleine zoogdieren, maar ook wel vogels. Het is een ’s nachts actieve soort die zich overdag opgerold in een boom schuilhoudt en bij de schemering op jacht gaat. Ze gaan niet in een hinderlaag liggen, maar gaan actief jagen.
De twee groeven in de kop, uiterst gevoelige warmtesensoren, stellen hen in staat , dit met een onvoorstelbare preciesheid, de prooi, voornamelijk vogels en kleine zoogdieren, te lokaliseren en zodoende ogenblikkelijk te wurgen.
Gedrag
Tijdens de koele periodes zijn ze overdag actief en gedurende de warme periodes tijdens de nacht.
Voortplanting in de natuur
Vrouwtjes produceren legsels van 7 tot 40 eieren, die ze afzetten in rottende planten of holle boomstronken. Ze wikkelen zich om de eieren en beschermen die voor ongeveer 40 dagen tot ze uitkomen.
Bedreiging
De ruitpython wordt door het IUCN geclassificeerd als ‘Niet bedreigd’.
Bronnen
www.studio-evenaar.nl
www.snake-facts.weebly.com
www.wikipedia.org
www.iucnredlist.org